In de Europese Unie heeft Verordening 883/2004 tot doel de nationale socialezekerheidsstelsels te coördineren. In de algemene bepalingen van deze verordening wordt de term “grensarbeider” gedefinieerd. Onder “grensarbeider” wordt verstaan “eenieder die werkzaamheden al dan niet in loondienst verricht in een lidstaat maar die woont in een andere lidstaat, waarnaar hij in beginsel dagelijks of ten minste eenmaal per week terugkeert”.
Dezelfde verordening bepaalt dat alle werknemers aan slechts één en hetzelfde socialezekerheidsstelsel onderworpen kunnen zijn: dat van de Staat waar de activiteit wordt uitgeoefend. Er bestaan uitzonderingen voor personen die hun werkzaamheden in loondienst in twee of meer lidstaten verrichten.
Hieruit volgt dus, in principe, dat een grensarbeider in loondienst onderworpen is aan het socialezekerheidsstelsel van het land waar hij zijn beroepsactiviteit uitoefent.
Indien deze werknemer socialezekerheidsbijdragen betaalt in het land waar hij werkt, zullen de toegekende uitkeringen vallen onder het land waar hij werkt en/of het land waar hij verblijft.
OPGELET: men mag het fiscaal statuut van grensarbeider niet verwarren met het statuut van grensarbeider in de zin van de sociale zekerheid.
In de Europese Unie heeft Verordening 883/2004 tot doel de nationale socialezekerheidsstelsels te coördineren. In de algemene bepalingen van deze verordening wordt de term “grensarbeider” gedefinieerd (1). Onder “grensarbeider” wordt verstaan “eenieder die werkzaamheden al dan niet in loondienst verricht in een lidstaat maar die woont in een andere lidstaat, waarnaar hij in beginsel dagelijks of ten minste eenmaal per week terugkeert”.
Dezelfde verordening bepaalt dat alle werknemers aan slechts één en hetzelfde socialezekerheidsstelsel onderworpen kunnen zijn: dat van de Staat waar de activiteit wordt uitgeoefend. Er bestaan uitzonderingen voor personen die hun werkzaamheden in loondienst in twee of meer lidstaten verrichten.
Hieruit volgt dus, in principe, dat een grensarbeider in loondienst onderworpen is aan het socialezekerheidsstelsel van het land waar hij zijn beroepsactiviteit uitoefent.
Indien deze werknemer socialezekerheidsbijdragen betaalt in het land waar hij werkt, zullen de toegekende uitkeringen vallen onder het land waar hij werkt (uitkeringen in geld, bv. ziekte-uitkeringen) en/of het land waar hij verblijft (uitkeringen in natura, bv. gezondheidszorg).
(1) OPGELET: men mag het fiscaal statuut van grensarbeider niet verwarren met het statuut van grensarbeider in de zin van de sociale zekerheid.
Verplichte praktische formaliteiten
Verordening 883/2004 bepaalt dus dat de werknemer socialezekerheidsbijdragen betaalt in het land van tewerkstelling.
Als je een Belgische inwoner bent die in Frankrijk werkt, ben je dus onderworpen aan het Franse socialezekerheidsstelsel. Je moet:
- aangesloten blijven bij je Belgische verzekeringsinstelling (ziekenfonds) (2), EN
- je inschrijven bij de Caisse Primaire d’Assurance Maladie (C.P.A.M.) van de plaats waar de maatschappelijke zetel van je bedrijf gevestigd is.
Beide instellingen zullen, rechtstreeks of via jou, verbindingsformulieren (E104 en S1/E106) uitwisselen om alles in orde te brengen op het vlak van verzekerbaarheid in beide landen.
Als je een Franse inwoner bent die in België werkt, ben je dus onderworpen aan het Belgische socialezekerheidsstelsel. Je moet:
- aangesloten blijven bij de Caisse Primaire d’Assurance Maladie (C.P.A.M.), EN
- je aansluiten bij een Belgische verzekeringsinstelling (Belgisch “ziekenfonds”) (2).
Beide instellingen zullen, rechtstreeks of via jou, verbindingsformulieren (E104 en S1/E106) uitwisselen om alles in orde te brengen op het vlak van verzekerbaarheid in beide landen.
(2): niet te verwarren met de “mutuelles” in Frankrijk, die de resterende ziektekosten na terugbetaling door de sociale zekerheid geheel of gedeeltelijk ten laste te nemen. Het Belgische ziekenfonds is de evenknie van de Caisse Primaire d’Assurance Maladie (C.P.A.M.), m.a.w. de Belgische Sociale Zekerheid. Wij nodigen je uit om contact op te nemen met een van de Belgische ziekenfondsen die door de werknemers worden georganiseerd en die dezelfde waarden delen als de IVR.
Je bent arbeidsongeschikt / in ziekteverlof
1) Uit te voeren formaliteiten:
Je woont in Frankrijk en werkt in België
- Overeenkomstig de bepalingen van het arbeidsreglement moet de directie van het bedrijf onmiddellijk op de hoogte worden gebracht.
- Binnen twee werkdagen te rekenen vanaf de dag van arbeidsongeschiktheid moet je je medisch attest van arbeidsonderbreking aan de directie van het bedrijf bezorgen.
- De veiligste manier om dat te doen, is door middel van een aangetekende brief met ontvangstbewijs.
- OPGELET: als je arbeidsonderbreking langer duurt dan:
- 14 kalenderdagen als je arbeider bent (contract van onbepaalde duur (3) of contract van bepaalde duur (4)),
- 28 dagen als je bediende bent (contract van bepaalde of onbepaalde duur),
- 2 dagen als je uitzendkracht bent,
- of in geval van twijfel,
dan moet je arts een van de volgende documenten invullen:
- hetzij de kennisgeving van arbeidsonderbreking, indien je een arts in Frankrijk raadpleegt,
- hetzij het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid voor werknemers in loondienst (vertrouwelijk document), dat je door het ziekenfonds wordt overhandigd, indien je een arts in België raadpleegt.
Je woont in België en werkt in Frankrijk
- Breng onmiddellijk de directie van het bedrijf op de hoogte.
- Indien je een arts in België raadpleegt:
- moet hij/zij de volgende gegevens op je getuigschrift van arbeidsonderbreking vermelden:
- je Franse socialezekerheidsnummer,
- de begin- en einddatum van je arbeidsonderbreking,
- eventuele toelating voor verplaatsingen buitenshuis.
- moet je dit Belgische getuigschrift van arbeidsonderbreking binnen twee werkdagen te rekenen vanaf de dag van de arbeidsonderbreking sturen naar de C.P.A.M. waaronder je in Frankrijk valt, alsook naar de directie van het bedrijf.
- moet hij/zij de volgende gegevens op je getuigschrift van arbeidsonderbreking vermelden:
- Indien je een arts in Frankrijk raadpleegt, moet je binnen twee werkdagen te rekenen vanaf de dag van de arbeidsonderbreking:
- enerzijds luik nr. 1 en nr. 2 van je medisch getuigschrift van arbeidsonderbreking bezorgen aan de Caisse Primaire d’Assurance Maladie (C.P.A.M.) waaronder je valt,
- en anderzijds luik nr. 3 bezorgen aan de directie van het bedrijf.
- De veiligste manier om dat te doen, is door middel van een aangetekende brief met bericht van ontvangst/ontvangstbewijs.
- Indien je een arts in België raadpleegt:
2) Wie zal je vergoeden?
Je woont in Frankrijk en werkt in België
Wanneer je arbeidsongeschikt bent wegens ziekte (maar geen beroepsziekte) of ongeval (maar geen arbeidsongeval) (5), dan blijft het bedrijf je loon, onder bepaalde voorwaarden, gedurende een bepaalde periode uitbetalen.
NB: sommige bedrijven schakelen een controlearts in om te controleren of de betrokken werknemer wel degelijk arbeidsongeschikt is. In geval van betwisting laat je je best bijstaan door je vakbond.
(5) OPGELET: in geval van een arbeidsongeval of een beroepsziekte zijn specifieke regels van toepassing.
- Voorwaarden:
- Je bent arbeider:
- Je moet minstens één maand ononderbroken bij het bedrijf gewerkt hebben om aanspraak te kunnen maken op een gewaarborgd loon.
- Je bent bediende:
- Je bent bediende met een contract van bepaalde duur (minder dan 3 maanden) en je moet minstens één maand ononderbroken bij het bedrijf gewerkt hebben om aanspraak te kunnen maken op een gewaarborgd loon.
- Je bent bediende met een contract van onbepaalde duur of met een contract van bepaalde duur van minstens 3 maanden om aanspraak te kunnen maken op een gewaarborgd loon.
- Je bent uitzendkracht:
- Je moet minstens één maand anciënniteit hebben in hetzelfde uitzendkantoor.
- De opeenvolgende werkdagen of -weken kunnen worden gecumuleerd om een anciënniteit van één maand te bekomen. Als de uitzendarbeid langer dan zeven dagen wordt onderbroken, komt de teller van je anciënniteit weer op nul te staan.
- Duur van het gewaarborgd loon:
- Je bent arbeider:
- Arbeiders hebben gedurende een periode van 30 dagen recht op een gewaarborgd loon, en dit als volgt:
- 100% van het brutoloon gedurende de eerste 7 kalenderdagen ten laste van het bedrijf;
- 85,88% van het brutoloon van de 8ste tot de 14de kalenderdag ten laste van het bedrijf;
- 25,88% van het begrensde brutoloon + 60,00% van het begrensde brutoloon betaald door het ziekenfonds voor de periode van de 15de tot de 30ste kalenderdag.
- Arbeiders hebben gedurende een periode van 30 dagen recht op een gewaarborgd loon, en dit als volgt:
- Je bent bediende:
- Het loon van een bediende is gewaarborgd gedurende de eerste 30 dagen van de arbeidsongeschiktheid. Opgelet: er gelden specifieke regels voor bedienden die werden aangeworven voor minder dan 3 maanden of voor een duidelijk omlijnde opdracht waarvan de uitvoering normaal gezien een tewerkstelling van minder dan 3 maanden vereist.
- Je bent arbeider:
- Je bent arbeider:
Je bent uitzendkracht:
- Het loon is gewaarborgd tot het einde van de (ondertekende!) arbeidsovereenkomst, binnen de grenzen van de bepalingen van je statuut: arbeider of bediende.
- Onder bepaalde voorwaarden kan een toeslag worden uitbetaald:
- na het gewaarborgd loon,
- in geval van ziekte na afloop van het arbeidscontract.
Vervolgens ontvangt de werknemer tijdens het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid, na de periode van gewaarborgd loon, een vergoeding van het ziekenfonds ten belope van 60% van het begrensde brutoloon.
De periode van invaliditeit begint in het tweede jaar van arbeidsongeschiktheid. De werknemer ontvangt dan een vergoeding van het ziekenfonds:
- 65% van het begrensde brutoloon voor een werknemer met minstens één persoon ten laste;
- 55% voor een alleenstaande werknemer;
- 40% voor een samenwonende werknemer.
Je woont in België en werkt in Frankrijk
- Het gewaarborgd minimumloon komt overeen met de dagvergoedingen van de sociale zekerheid die 50% van het basisdagloon vertegenwoordigen en beperkt zijn tot 1,8 keer het S.M.I.C. (Salaire Minimum Interprofessionnel de Croissance – Frans minimumloon), zodat de dagvergoedingen van de sociale zekerheid begrensd zijn. Voor ouders met minstens 3 kinderen ten laste gelden specifieke bepalingen.
- De eerste 3 ziektedagen, die als carenstijd worden beschouwd, worden niet door de sociale zekerheid vergoed.
- Collectieve Arbeidsovereenkomsten en/of ondernemingsakkoorden kunnen echter voorzien in een hoger, of zelfs volledig behoud van het loon, ook tijdens de carenstijd.
- De dagvergoedingen van de sociale zekerheid worden uitbetaald voor elke dag van de week, d.w.z. 7 dagen op 7, inclusief zon- en feestdagen.
- De Caisse Primaire d’Assurance Maladie (C.P.A.M.) betaalt maximaal 360 dagvergoedingen van de sociale zekerheid uit per periode van 3 opeenvolgende jaren, zonder beperking van het aantal in het geval van een chronische aandoening.
Voorwaarden:
- Om vergoed te worden tijdens je arbeidsongeschiktheid moet je op de dag van de arbeidsonderbreking aan de volgende voorwaarden voldoen:
- tot 6 maanden arbeidsonderbreking:
- tijdens de 3 kalendermaanden of 90 dagen voorafgaand aan de onderbreking minstens 150 uur hebben gewerkt,
- of bijdragen hebben betaald, gedurende de 6 kalendermaanden voorafgaand aan de onderbreking, op basis van een verloning die minstens gelijk is aan 1.015 keer het bedrag van het Franse minimumuurloon (S.M.I.C.) dat aan het begin van die periode is vastgelegd.
- Na 6 maanden:
- Om vergoed te blijven worden als je arbeidsonderbreking langer dan 6 maanden duurt, moet je aan de volgende voorwaarden voldoen:
- op de datum van de arbeidsonderbreking bewijzen dat je sinds minstens 12 maanden bij de sociale zekerheid bent aangesloten,
- en tijdens de 12 kalendermaanden of 365 dagen voorafgaand aan de arbeidsonderbreking minstens 600 uur hebben gewerkt,
- of bijdragen hebben betaald, gedurende de 12 kalendermaanden of 365 dagen voorafgaand aan de arbeidsonderbreking, op basis van een verloning die minstens gelijk is aan 2.030 keer het bedrag van het Franse minimumuurloon (S.M.I.C.) dat aan het begin van die periode is vastgelegd.
- tot 6 maanden arbeidsonderbreking:
Je woont in Frankrijk en werkt in België
Je Belgische ziekenfonds betaalt je een moederschapsuitkering als je aan de volgende voorwaarden voldoet:
* gedurende een periode van minstens 6 maanden bijdragen voor de (Frans-Belgische) ziekteverzekering hebben betaald;
* minstens 120 dagen of 400 uur gewerkt hebben tijdens de 6 maanden voorafgaand aan de moederschapsrust;
* het werk niet langer dan 30 dagen hebben onderbroken tussen je laatste werkdag en je moederschapsrust.
Tijdens je moederschapsrust betaalt je ziekenfonds je een moederschapsuitkering die wordt berekend op basis van je loon:
- tijdens de eerste 30 dagen bedraagt de uitkering 82% van je niet-begrensde loon
- vanaf de 31ste dag en in geval van verlenging bedraagt de uitkering 75% van het begrensde loon.
Opgelet: heb je het fiscaal statuut van grensarbeidster? Vergeet dan niet een kopie van formulier 276 over te maken aan je Belgische ziekenfonds zodat deze geen bedrijfsvoorheffing inhoudt op je uitkeringen.
Om wettelijk beschermd te zijn, is het aangewezen om zo snel mogelijk een aangetekende brief naar je werkgever te sturen om hem op de hoogte te brengen van je zwangerschap. Die bescherming heeft betrekking op een eventueel ontslag wegens zwangerschap, op je recht om onder bepaalde voorwaarden afwezig te zijn of op de implementatie van preventiemaatregelen om de veiligheidsrisico’s te beperken. Indien je een risicofunctie uitoefent, is de werkgever verplicht om aanpassingen door te voeren of om een andere werkpost toe te wijzen. Als dat niet mogelijk blijkt, wordt een vrijstelling van arbeid voorzien met de opschorting van je arbeidsovereenkomst en de uitbetaling van moederschapsuitkeringen ten laste van je Belgische ziekenfonds.
De borstvoedingspauze wordt betaald door je Belgische ziekenfonds.
Vaderschapsverlof en meeouderschapsverlof
Vaders en “meemoeders” kunnen onder bepaalde voorwaarden geboorteverlof krijgen (20 dagen, op te nemen binnen 4 maanden na de geboorte). Wat het vaderschapsverlof en het meeouderschapsverlof betreft, betaalt het bedrijf het loon gedurende de eerste 3 dagen van het verlof; het ziekenfonds betaalt 82% van het brutoloon voor de volgende 17 dagen (die opsplitsbaar zijn).
Adoptieverlof
Het adoptieverlof moet van start gaan binnen 2 maanden te rekenen vanaf de inschrijving van het kind bij de gemeente. Je Belgische ziekenfonds zal je vergoeden nadat de werkgever je loon gedurende de eerste 3 dagen verder heeft uitbetaald.
Het adoptieverlof bedraagt:
- maximaal 6 weken indien het kind jonger dan 3 jaar is
- 4 weken indien het kind ouder dan 3 jaar en jonger dan 8 jaar is
Ouderschapsverlof
Ouderschapsverlof, met zijn verschillende vormen, laat toe om je arbeidsprestaties tijdelijk op te schorten of te verminderen om voor je kind(eren) jonger dan 12 jaar te zorgen.
Voor meer informatie zal je vakbondsconsulent je doorverwijzen naar de bevoegde dienst.
Je woont in België en werkt in Frankrijk
- Je hebt recht op moederschapsverlof, dat start tijdens de periode rond de vermoedelijke bevallingsdatum. De duur ervan hangt af van het aantal kinderen dat je verwacht of reeds ten laste hebt. Het moederschapsverlof bestaat uit een prenataal verlof (vóór de bevalling) en een postnataal verlof (na de bevalling). Er wordt een uitkering betaald door de sociale zekerheid.
- Het moederschapsverlof is verplicht. Het is ten strengste verboden om er volledig afstand van te doen.
- De duur van het moederschapsverlof varieert als volgt, afhankelijk van het aantal kinderen dat je vóór de geboorte van het kind al ten laste hebt:
| Status van het kind dat je verwacht: | Duur van het prenataal verlof | Duur van het postnataal verlof | Totale duur van het moederschapsverlof |
| 1ste kind | 6 weken | 10 weken | 16 weken |
| 2de kind | 6 weken | 10 weken | 16 weken |
| 3de kind of meer | 8 weken | 18 weken | 26 weken |
- Duur van het moederschapsverlof afhankelijk van het aantal kinderen dat je verwacht:
| Aantal kinderen dat je verwacht | Duur van het prenataal verlof | Duur van het postnataal verlof | Totale duur van het moederschapsverlof |
| 2 | 12 weken | 22 weken | 34 weken |
| 3 of meer | 24 weken | 22 weken | 46 weken |
- Je moet verplicht minstens 8 weken stoppen met werken, waarvan 6 weken na de bevalling.
- Collectieve Arbeidsovereenkomsten en/of ondernemingsakkoorden kunnen langere verlofperiodes voorzien.
- In geval van ziekte als gevolg van de zwangerschap of de bevalling (‘congé pathologique’), gestaafd door een medisch getuigschrift, wordt de duur van het moederschapsverlof verlengd binnen de volgende grenzen:
- 2 weken vóór de vermoedelijke bevallingsdatum
- 4 weken na de bevalling
- Je moet de directie van het bedrijf hiervan in kennis stellen via een aangetekende brief met bericht van ontvangst/ontvangstbewijs of door middel van afgifte tegen ontvangstbewijs. In die brief vermeld je de reden van je afwezigheid en de einddatum van je moederschapsverlof.
- Je hebt recht op een dagvergoeding voor moederschap in de volgende gevallen:
- Je bent sinds minstens 10 maanden als loontrekkende aangesloten bij de sociale zekerheid.
- Je hebt minstens 150 uur gewerkt tijdens de 3 kalendermaanden (of 90 dagen) voorafgaand aan je arbeidsonderbreking.
- Je hebt minstens 600 uur gewerkt tijdens de 12 maanden voorafgaand aan je arbeidsonderbreking.
- Gedurende de 6 kalendermaanden voorafgaand aan je arbeidsonderbreking heb je bijdragen betaald op basis van een verloning die minstens gelijk is aan 1.015 keer het bedrag van het Franse minimumuurloon (S.M.I.C.).
- Gedurende de 12 kalendermaanden voorafgaand aan je arbeidsonderbreking heb je bijdragen betaald op basis van een verloning die minstens gelijk is aan 2.030 keer het bedrag van het Franse minimumuurloon (S.M.I.C.).
- Je moet je beroepsactiviteit gedurende minstens 8 weken stopzetten.
- De Caisse Primaire d’Assurance Maladie (C.P.A.M.) keert dagvergoedingen uit waarvan het bedrag als volgt wordt berekend:
- Berekening van het basisdagloon: som van de laatste 3 brutolonen die vóór de datum van arbeidsonderbreking werden ontvangen, gedeeld door 91,25.
- Maximumbedrag van het basisdagloon: het in aanmerking genomen loon mag niet hoger zijn dan het maandelijkse maximumbedrag van de sociale zekerheid.
- Forfaitair percentage toegepast door de C.P.A.M.: de C.P.A.M. trekt van dit basisdagloon een forfaitair percentage van 21% af.
- Minimum- en maximumbedrag van de dagvergoedingen.
- Collectieve Arbeidsovereenkomsten of ondernemingsakkoorden kunnen gunstigere vergoedingsvoorwaarden voorzien dan die van de sociale zekerheid, die kunnen gaan tot het volledig behoud van het loon.
- Uitbetaling: de dagvergoedingen worden om de 14 dagen uitbetaald.
- Na afloop van het moederschapsverlof herneem je je vorige baan of een soortgelijke baan met een minstens gelijkwaardige verloning.
- Je moet daarbij een onderzoek bij werkhervatting ondergaan.
- Dat onderzoek moet, op initiatief van de directie van het bedrijf, uiterlijk 8 dagen na je werkhervatting plaatsvinden.
- Het onderzoek gebeurt bij de arbeidsarts van je bedrijf.
- Doel van het onderzoek bij werkhervatting:
- Controleren of je geschikt bent om het werk te hervatten.
- Controleren of je werkpost (of, in voorkomend geval, de nieuwe werkpost die je werd toegewezen) compatibel is met je gezondheidstoestand.
- De voorstellen onderzoeken voor de inrichting of aanpassing van de bestaande werkpost of voor de toewijzing van een nieuwe werkpost, die door de directie van het bedrijf werden gedaan naar aanleiding van de aanbevelingen van de arbeidsarts.
- De inrichting of aanpassing van de bestaande werkpost of de toewijzing van een nieuwe werkpost onderzoeken.
- Indien nodig een advies van ongeschiktheid verstrekken.
- Het onderzoek bij werkhervatting vindt plaats tijdens de werkuren.
- Je afwezigheid wordt vergoed overeenkomstig de gebruikelijke voorwaarden, d.w.z. als effectief gepresteerde arbeidstijd.
- Als het onderzoek bij werkhervatting niet tijdens de werkuren kan doorgaan (bijvoorbeeld in geval van nachtwerk), wordt de tijd die nodig is voor de medische onderzoeken vergoed als effectief gepresteerde arbeidstijd.
- De directie van het bedrijf en de arbeidsarts kunnen je vragen om een ‘certificat médical de consolidation’ (medisch getuigschrift van consolidatie), opgesteld door je behandelend arts, over te leggen.
- Je hebt recht op een gesprek met de directie van het bedrijf met het oog op je beroepsoriëntatie.
- Indien je dit wenst, kan je tijdens de werkuren borstvoeding geven.
Adoptieverlof:
- Een werknemer die een kind adopteert, heeft recht op betaald adoptieverlof waarvan de duur varieert afhankelijk van de situatie (aantal geadopteerde kinderen, aantal kinderen dat reeds ten laste is enz.). Het adoptieverlof kan door één van de ouders worden opgenomen of onder beide loontrekkende ouders worden verdeeld.
- Iedere werknemer heeft recht op adoptieverlof zodra hij/zij een kind toegewezen krijgt.
- De wettelijke duur van het adoptieverlof varieert afhankelijk van het aantal geadopteerde kinderen, het aantal kinderen dat reeds ten laste was (vóór de adoptie) en de eventuele verdeling van het adoptieverlof tussen de ouders.
Duur van het adoptieverlof
| Aantal geadopteerde kinderen | Aantal kinderen reeds ten laste | Duur van het verlof (opgenomen door één ouder) | Duur van het verlof (verdeeld tussen de 2 loontrekkende ouders) |
| 1 | 0 of 1 | 16 weken | 16 weken + 25 dagen |
| 1 | 2 of meer | 18 weken | 18 weken + 25 dagen |
| 2 of meer | Ongeacht het aantal | 22 weken | 22 weken + 32 dagen |
- Wanneer het adoptieverlof tussen de 2 ouders wordt verdeeld, kan het slechts in maximaal 2 periodes worden opgesplitst, waarbij de kortste periode minstens 25 dagen bedraagt (of 32 dagen in geval van meervoudige adoptie). Die 2 periodes kunnen na elkaar of gelijktijdig worden opgenomen.
- Het adoptieverlof begint op de datum van aankomst van het kind in het gezin. Het verlof kan echter eerder starten, uiterlijk 7 opeenvolgende dagen vóór de aankomst van het kind in het gezin.
Ouderschapsverlof:
- Elke werknemer met minstens één jaar anciënniteit bij het bedrijf heeft recht op ouderschapsverlof (‘congé parental d’éducation’) om voor zijn/haar kind te zorgen (geboorte of adoptie). De duur van dit ouderschapsverlof varieert afhankelijk van het aantal kinderen dat tegelijkertijd geboren of geadopteerd wordt.
- Voor meer info klik hier.
Overig verlof:
- In Frankrijk bestaan er nog andere vormen van verlof die verband houden met de komst van een kind in het gezin.
- 3 dagen verlof bij geboorte of adoptie.
- Verlof in geval van onmiddellijke ziekenhuisopname van het kind na de geboorte.
- Vaderschaps- en kinderopvangverlof.
Voor meer info klik hier.
Op het niveau van de Europese Unie is de coördinatie van de invaliditeitsuitkeringen een complex gegeven omwille van de verschillende nationale regelgevingen.
In principe heeft een Frans-Belgische grensarbeider recht op een invaliditeitsuitkering/-pensioen van een of beide landen, in verhouding tot de duur van het verzekeringstijdvak in elk van deze twee landen: België en Frankrijk.
In die landen gelden voorwaarden die niet noodzakelijkerwijs dezelfde zijn. Het is aangewezen contact op te nemen met je terzake bevoegde verzekeringsinstelling (ziekenfonds in België en Caisse Primaire d’Assurance Maladie (C.P.A.M.) in Frankrijk).
Wie wordt als invalide beschouwd?
BELGIË:
- Het RIZIV beschouwt een persoon als invalide zodra zijn/haar arbeidsongeschiktheid langer dan een jaar duurt als gevolg van een letsel.
FRANKRIJK:
- Een ziekte of ongeval van niet-beroepsmatige aard kan tot een vermindering van de arbeidsgeschiktheid leiden. Om het loonverlies te compenseren, bestaan er uitkeringen voor werknemers in de privésector en voor ambtenaren.
- Wat is invaliditeit in de zin van de sociale zekerheid? Je wordt als invalide beschouwd als je arbeidsgeschiktheid of verdienvermogen na een ziekte of ongeval van niet-beroepsmatige aard met minstens 2/3 (66%) is verminderd. Dat betekent dat je niet in staat bent om een loon te verdienen dat hoger is dan 1/3 (33%) van het normale loon van werknemers in jouw categorie die in jouw regio werken.
Frankrijk en België erkennen onderling de graad van invaliditeit die door een van beide landen is vastgesteld.
Zodra de voorwaarden vervuld zijn, zal elk land van tewerkstelling verhoudingsgewijs overgaan tot de betaling van de uitkeringen.
Als je loopbaan gedeeltelijk in andere EU-lidstaten dan Frankrijk en België plaatsvindt, is het aangewezen contact op te nemen met je terzake bevoegde verzekeringsinstelling (ziekenfonds in België en Caisse Primaire d’Assurance Maladie (C.P.A.M.) in Frankrijk).
In geval van geschil, zowel in België als in Frankrijk, kan je je tot je vakorganisatie wenden.
Algemeen principe
Overeenkomstig de bepalingen van Verordening 883/2004 is de gezondheidszorg van de grensarbeider gedekt zowel in het land waar hij woont als in het land waar hij werkt.
*Opgelet: de werknemer moet verplichte formaliteiten vervullen.
Als je een Belgische inwoner bent die in Frankrijk werkt, moet je:
- aangesloten blijven bij je Belgische verzekeringsinstelling (ziekenfonds) EN,
- je inschrijven bij de Caisse Primaire d’Assurance Maladie (C.P.A.M.) van de plaats waar de maatschappelijke zetel van je bedrijf gevestigd is.
Beide instellingen zullen, rechtstreeks of via jou, verbindingsformulieren (E104 en S1/E106) uitwisselen om alles in orde te brengen op het vlak van verzekerbaarheid in beide landen.
Als je een Franse inwoner bent die in België werkt, moet je:
- aangesloten blijven bij de Caisse Primaire d’Assurance Maladie (C.P.A.M.), EN
- je aansluiten bij een Belgische verzekeringsinstelling (Belgisch “ziekenfonds”).
Beide instellingen zullen, rechtstreeks of via jou, verbindingsformulieren uitwisselen om alles in orde te brengen op het vlak van verzekerbaarheid in beide landen.
Je woont in Frankrijk en werkt in België
Je woont in België en werkt in Frankrijk
Je woont in Frankrijk en werkt in België
- De zorgen die op Frans grondgebied worden verstrekt, worden terugbetaald door je Caisse Primaire d’Assurance Maladie (C.P.A.M.). Daarvoor gebruik je je ‘Carte Vitale‘.
- De in België verstrekte zorgen worden terugbetaald door je Belgische ziekenfonds. Je moet je ‘ISI+’-kaart meenemen wanneer je naar de apotheek of het ziekenhuis gaat.
- De zorgen die onverwacht wordt verstrekt (zoals op reis) buiten Frankrijk en België, worden gedekt door je Belgische ziekenfonds, overeenkomstig de Belgische wetgeving. Je Europese ziekteverzekeringskaart, die je tijdens je vakantie in Europa bij moet hebben, moet je aanvragen bij je Belgische ziekenfonds
Je woont in België en werkt in Frankrijk
- De zorgen die op Frans grondgebied worden verstrekt, worden terugbetaald door je Caisse Primaire d’Assurance Maladie (C.P.A.M.). Daarvoor gebruik je je ‘Carte Vitale‘.
- De in België verstrekte zorgen worden terugbetaald door je Belgische ziekenfonds.
- De zorgen die onverwacht wordt verstrekt (zoals op reis) buiten Frankrijk en België, worden ten laste genomen door je Franse Caisse Primaire d’Assurance Maladie (C.P.A.M.), overeenkomstig de Franse wetgeving. Je Europese ziekteverzekeringskaart, die je tijdens je vakantie in Europa bij moet hebben, moet je aanvragen bij je C.P.A.M.
Je woont in Frankrijk en hebt in België gewerkt
- door het een document te bezorgen waaruit het einde van je arbeidscontract blijkt;
- door het je ‘ISI+’-kaart terug te bezorgen.
Je Belgische ziekenfonds zal op zijn beurt het ad hoc formulier opstellen dat bij je C.P.A.M. moet worden ingediend om je rechten in Frankrijk te behouden.
Je woont in België en hebt in Frankrijk gewerkt
- door het een document te bezorgen waaruit het einde van je arbeidscontract blijkt;
- door het je ‘Carte Vitale’ terug te bezorgen.
Je C.P.A.M. zal op zijn beurt het ad hoc formulier opstellen dat bij je Belgische ziekenfonds moet worden ingediend om je rechten in België te behouden.
In de Europese Unie valt de kinderbijslag onder de bevoegdheid van de lidstaten, en dit als volgt:
In België is de kinderbijslag (‘Groeipakket’ in Vlaanderen) sinds 1 januari 2019 ‘gedefederaliseerd’ en een regionale bevoegdheid. Vlaanderen, Wallonië, Brussel en de Duitstalige Gemeenschap hebben dus hun eigen regeling inzake kinderbijslag.
De toepasselijke regeling wordt bepaald op basis van de plaats van tewerkstelling. De werknemer is vrij om zijn/haar kinderbijslagfonds te kiezen. Wij geven de voorkeur aan de volgende openbare kinderbijslagfondsen:
Indien beide ouders in verschillende lidstaten werken en dus op grond van hun tewerkstelling recht hebben op kinderbijslag, heeft het gezin in de eerste plaats recht op kinderbijslag in het land van verblijf, als een van de ouders daar werkt.
De andere lidstaat betaalt in secundaire orde zijn kinderbijslag. Als de kinderbijslag in de secundaire lidstaat hoger is dan die in de bevoegde en prioritaire lidstaat, betaalt de secundaire lidstaat het verschil.
In het geval van grensarbeiders moet het voorrangsrecht worden bepaald. Indien er in het land van verblijf een recht bestaat uit hoofde van een loon of een vervangingsinkomen van een gezinslid, dan is het voorrangsrecht het recht van het land van verblijf. Vanaf dat ogenblik opent het land waar de grensarbeider werkt, het recht op een aanvullende uitkering. Enkele voorbeelden:
- Het gezin STOBIECKI woont in Frankrijk (vader, moeder en 4 kinderen). De vader en de moeder werken allebei in België. Het land van verblijf (Frankrijk) opent geen voorrangsrecht, dus zal België dat doen. Aangezien er in Frankrijk geen sociale bijdragen worden betaald, zal Frankrijk geen voorrangsrecht openen. Maar Frankrijk kan wel een aanvullende uitkering betalen.
- Als bovendien de Franse kinderbijslag voor hetzelfde aantal kinderen van dezelfde leeftijd hoger zou zijn dan de Belgische kinderbijslag, betaalt het Franse kinderbijslagfonds een aanvullende uitkering, waarbij ook rekening wordt gehouden met de ‘allocation de rentrée scolaire’ (schooltoelage).
- Het gezin LOUVET woont in Frankrijk (vader, moeder en 2 kinderen, waarvan één adoptiekind). De vader werkt in Frankrijk en de moeder in België. Het voorrangsrecht is het Franse recht, met een door België betaalde aanvullende uitkering.
- Het gezin KERRAR: de vader is werkloos in Frankrijk en de moeder werkt in België. Het voorrangsrecht is het Franse recht, met een door België betaalde aanvullende uitkering.
- Het gezin NIKOLAY woont in Frankrijk. De vader heeft geen recht meer op een werkloosheidsuitkering en heeft geen ander inkomen; de moeder werkt in België. De kinderbijslag wordt dus prioritair door België betaald, waarbij het eventuele verschil door Frankrijk wordt bijgepast.
- Het gezin VAN DEN BOSCH woont in Frankrijk. De alleenstaande vader voedt zijn 3 kinderen alleen op. De vader werkt in België. De moeder heeft geen inkomen. De kinderbijslag wordt dus prioritair door België betaald en het eventuele verschil wordt door Frankrijk bijgepast.
Het is aangewezen om de aanvraag altijd in beide landen in te dienen, zodat je geen eventuele recht in een van beide landen verliest.
Je woont in België en werkt in Frankrijk
Als de bevoegde instelling weigert het ongeval als arbeidsongeval te erkennen, kan er schriftelijk beroep worden aangetekend bij de Commission de Recours Amiable (C.R.A.).
In geval van nalatigheid door de directie van het bedrijf, beschikt het slachtoffer (of zijn/haar rechthebbenden) over een termijn van 2 jaar te rekenen vanaf de dag van het ongeval om zelf een melding te doen rechtstreeks bij de C.P.A.M. Code de la Sécurité Sociale, art. L. 441-2.
Het arbeidsongeval mag niet worden verward met een ongeval op weg naar of van het werk, waarvan de gevolgen verschillend zijn.
Je woont in Frankrijk en werkt in België
Je wordt verzocht om elk arbeidsongeval zo snel mogelijk te melden bij de directie van het bedrijf. De directie van het bedrijf is op haar beurt verplicht om het ongeval binnen 8 dagen te rekenen vanaf de dag na het ongeval te melden bij haar verzekeringsmaatschappij. Deze laatste zal beslissen of het gaat om een arbeidsongeval. Als je het niet eens bent met de beslissing van de verzekeringsmaatschappij, weet dan dat er beroepsmogelijkheden bestaan. In dat geval is het ten zeerste aangeraden om contact op te nemen met je vakorganisatie.
Parallel aan bovenstaande procedure is het ten zeerste aangeraden om zo snel mogelijk het document “Het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid” te bezorgen aan je Belgische verzekeringsinstelling (ziekenfonds). Als de verzekering na een termijn van 30 dagen geen beslissing heeft genomen, zal je ziekenfonds het stokje overnemen wat de uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid betreft.
Opgelet! Als de directie van het bedrijf je arbeidsongeval niet op tijd heeft gemeld, kan je het zelf of kan een naaste het melden bij de verzekeringsmaatschappij en dit binnen een termijn van 3 jaar. Als je niet weet welke verzekeringsmaatschappij de werkgever heeft, moet je contact opnemen met Fedris.
Je woont in Frankrijk en werkt in België
In België bestaat er een lijst met beroepsziekten, maar een ziekte die niet in de lijst is opgenomen, kan als beroepsziekte worden erkend wanneer het bewijs wordt geleverd dat de oorzaak van de ziekte rechtstreeks verband houdt met het uitgeoefende beroep. Zodra de ziekte als beroepsziekte is erkend, kan je hiervoor een vergoeding krijgen.
Fedris, het Federaal agentschap voor beroepsrisico’s, staat in voor de vergoeding van de schade die de slachtoffers als gevolg van hun beroepsziekte hebben geleden.
Om een dergelijk dossier samen te stellen kan je contact opnemen met je vakbondsconsulent bij de IVR, die je zal doorverwijzen naar de bevoegde dienst van je vakbond.
Je woont in België en werkt in Frankrijk
In dat geval moet je een door de arts opgestelde verklaring aan je C.P.A.M. bezorgen.
Om je te helpen bij het samenstellen van een dergelijk dossier kan je contact opnemen met je vakbondsconsulent bij de IVR, die je zal doorverwijzen naar de bevoegde dienst van je vakbond.
Er bestaan 2 soorten werkloosheid:
- Volledige werkloosheid: de arbeidsovereenkomst wordt verbroken;
- Gedeeltelijke/tijdelijke werkloosheid: de arbeidsovereenkomst wordt geschorst.
Verordening 883/2004 bepaalt dat een grensarbeider die volledig werkloos is, een uitkering moet aanvragen in zijn land van verblijf en dat het recht op een uitkering dus afhangt van de nationale bepalingen van het land van verblijf: de werkloosheidsregelgeving van het land van verblijf is van toepassing.
Belangrijk om te weten: een reden voor de verbreking van de arbeidsovereenkomst (ontslag, ontslagneming of beëindiging in onderling akkoord) die recht zou geven op een uitkering in het land van tewerkstelling, geeft niet noodzakelijkerwijs recht op een uitkering in het land van verblijf, dat bevoegd is voor de toekenning van de uitkering. Het is dus aangewezen om je goed te informeren voordat je een beëindigingsovereenkomst ondertekent, en contact op te nemen met je vakbondsconsulent.
Als je in België woont, moet je je zo snel mogelijk – en in elk geval bij de verbreking van de arbeidsovereenkomst – inschrijven bij de V.D.A.B. / FOREM / ACTIRIS, afhankelijk van je woonplaats, zelfs wanneer je niet in het bezit bent van het document “Attestation de l’employeur destinée au Pôle Emploi” (werkgeversattest bestemd voor Pôle Emploi), op basis waarvan de bevoegde instelling het formulier U1 afgeeft.
Als je in Frankrijk woont, moet je je zo snel mogelijk – en in elk geval bij de verbreking van de arbeidsovereenkomst – inschrijven bij het agentschap Pôle Emploi van je woonplaats, zelfs wanneer je niet in het bezit bent van het document “C4”, op basis waarvan de bevoegde instelling het formulier U1 afgeeft.
Het document U1 is een verbindingsformulier tussen landen van de Europese Unie waarop de periodes van tewerkstelling, ziekte en werkloosheid worden vermeld.
In geval van gedeeltelijke werkloosheid van een grensarbeider is het land van tewerkstelling bevoegd voor de werkloosheidsuitkering, namelijk:
Voor België:
Franse ingezetenen moeten contact opnemen met hun Belgische vakorganisatie om een werkloosheidsdossier aan te maken en, in voorkomend geval, over te gaan tot de betaling van de uitkeringen.
In dat kader is het ten zeerste aangeraden om de attesten bestemd voor Pôle Emploi reeds te verzamelen voor de periodes van tewerkstelling in Frankrijk voorafgaand aan de activiteit in België. In bepaalde gevallen van gedeeltelijke werkloosheid in België moet immers een minimale periode van beroepsactiviteit (zelfs in een ander land van de Europese Unie) worden aangetoond.
Voor Frankrijk:
De Franse werkgever van Belgische ingezetenen moet alle formaliteiten vervullen ten aanzien van de D.R.E.E.T.S. (Direction Régionale de l’Économie, de l’Emploi, du Travail et des Solidarités).
In principe kan een Europese mobiele werknemer zijn recht op een ouderdomspensioen doen gelden in alle lidstaten waar hij/zij aan de sociale zekerheid onderworpen was.
Elke lidstaat moet het pensioen garanderen voor de periode(s) waarin de werknemer bijdragen heeft betaald (of gelijkgestelde periodes) aan zijn pensioenstelsel.
Elke lidstaat past zijn eigen van kracht zijnde wetgeving toe: het pensioen van een lidstaat wordt enkel aan een werknemer uitbetaald als hij/zij voldoet aan de toekenningsvoorwaarden bepaald door de desbetreffende wetgeving.
Het ouderdomspensioen dat door elke lidstaat wordt uitbetaald, hangt dus af van de vervulde verzekeringstijdvakken waarin de werknemer effectief verzekerd was (evenredig of naar rato) en van het niveau van de lonen waarop bijdragen werden betaald. Elke lidstaat berekent en betaalt het pensioen naar rato van het deel dat de werknemer toekomt.
Voor Frankrijk en België geldt een leeftijdsvoorwaarde om recht op een pensioen te hebben.
Wettelijke pensioenleeftijd (op 24/02/2022)
- In België:
De wettelijke pensioenleeftijd bedraagt 65 jaar. Deze wettelijke leeftijd wordt geleidelijk opgetrokken:
| Pensioendatum | Wettelijke pensioenleeftijd |
| Tot 01.01.2025 | 65 jaar |
| Van 01.02.2025 tot 01.01.2030 | 66 jaar |
| Vanaf 01.02.2030 | 67 jaar |
- In Frankrijk:
Pensionering vóór 67 jaar
Je hebt recht op een volledig pensioen vóór 67 jaar als je een bepaald aantal kwartalen aan pensioenverzekering hebt opgebouwd.
Dat aantal kwartalen varieert afhankelijk van je geboortedatum:
Tabel – Aantal vereiste verzekeringskwartalen om recht te hebben op een volledig pensioen
| Je bent geboren: | Je kan met pensioen gaan vanaf: | Aantal vereiste kwartalen om recht te hebben op een volledig pensioen |
| In 1956 of 1957 | 62 jaar | 166 (41 jaar en 6 maanden) |
| Tussen 1 januari 1958 en 31 december 1960 | 62 jaar | 167 (41 jaar en 9 maanden) |
| Tussen 1 januari 1961 en 31 augustus 1961 | 62 jaar | 168 (42 jaar) |
| Tussen 1 september 1961 en 31 december 1961 | 62 jaar en 3 maanden | 169 (42 jaar en 3 maanden) |
| 1962 | 62 jaar en 6 maanden | 169 (42 jaar en 3 maanden) |
| 1963 | 62 jaar en 9 maanden | 170 (42 jaar en 6 maanden) |
| 1964 | 63 jaar | 171 (42 jaar en 9 maanden) |
| 1965 | 63 jaar en 3 maanden | 172 (43 jaar) |
| 1966 | 63 jaar en 6 maanden | 172 (43 jaar) |
| 1967 | 63 jaar en 9 maanden | 172 (43 jaar) |
| Vanaf 1 januari 1968 | 64 jaar | 172 (43 jaar) |
Als je vóór je 67ste met pensioen gaat zonder het vereiste aantal verzekeringskwartalen te hebben, heb je geen recht op een volledig pensioen.
Het bedrag van je pensioen wordt verminderd afhankelijk van het aantal kwartalen dat je tekort komt.
Pensionering op 67 jaar
Je hebt recht op een volledig pensioen als je op 67 jaar met pensioen gaat, ongeacht het aantal verzekeringskwartalen.
Het bedrag van je pensioen wordt berekend op basis van het aantal kwartalen dat je pensioenrechten hebt opgebouwd, ongeacht het aantal.
Als je minder kwartalen hebt dan nodig is om recht te hebben op een volledig pensioen vóór 67 jaar, wordt er geen vermindering toegepast op het pensioenbedrag.
Omdat de Franse pensioenhervorming nog maar recent werd ingevoerd en omdat die bovendien door de regering van E. Borne en president E. Macron zonder breed draagvlak werd doorgedrukt, is het aangewezen om contact op te nemen met een van onze vakbondsconsulenten voor meer informatie hieromtrent.
- Vervroegd pensioen:
In beide landen is het mogelijk om vervroegd met pensioen te gaan, m.a.w. vóór de wettelijke pensioenleeftijd. In Frankrijk bestaan er verschillende regelingen om vervroegd met pensioen te kunnen gaan (arbeidsongeschiktheid, handicap, definitieve ongeschiktheid, lange loopbaan) of om het pensioenbedrag te verhogen.
- Aanvullend pensioen:
- In Frankrijk wordt het verplicht aanvullend pensioenstelsel voor alle werknemers in de privésector beheerd door AGIRC-ARRCO.
- In België is er, in tegenstelling tot in Frankrijk, geen algemeen en verplicht aanvullend pensioenstelsel. Een aanvullend pensioenstelsel kan in België enkel worden ingevoerd als dat voorzien is in de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) binnen het bevoegd Paritair Comité.
Praktische formaliteiten voor de privésector:
- De aanvraag voor pensioenuitkeringen moet worden ingediend bij de bevoegde instelling van het land waar je verblijft.
- De pensioendossiers moeten tussen zes maanden en een jaar vóór de voorziene pensioendatum worden ingediend.
- Werknemers die in Frankrijk werken en in België wonen, moeten eveneens de directie van het bedrijf op de hoogte brengen. De termijn waarbinnen die kennisgeving moet gebeuren, is vastgelegd in de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst.
- Werknemers die in België werken en in Frankrijk wonen, moeten contact opnemen met hun vakorganisatie om de pensioenprocedure in gang te zetten.
Frans
Nederlands